Zo slaapt uw kindje veilig

Veilig slapen voor uw kindjeZorg er voor dat u uw kindje altijd op de rug laat slapen
Op de rug slapen is de veiligste houding. Het gezichtje blijft vrij en de druk verdeling is zo het beste. Het is daarom het beste uw kindje vanaf de eerste dag op de rug te laten slapen. Als een kindje zichzelf gemakkelijk kan omdraaien kan u uw kindje zelf de slaaphouding laten bepalen.

Het beste gebruikt u een trappelzak of babyslaapzak voor de eerste twee levensjaren
Een trappelzak of babyslaapzak is het veiligst. Hiermee kan een kindje niet onder het beddengoed terecht komen gedurende de nacht. Ook kan uw kindje zich minder makkelijk omdraaien en zich niet bloot woelen. Daarnaast zal uw kindje ook veel minder makkelijk uit het bedje kunnen klimmen. Leg uw kindje ook altijd naar beneden in bed, dus met de voetjes tegen het voeteneinde aan.

Gebruik voor de eerste 2 jaar geen kinderdekbed
Een dekbed ligt los en kan hierdoor gemakkelijk over uw kindje heen komen te liggen en hierdoor de ademhaling belemmeren. Daarnaast is een dekbed al snel te warm tenzij u een katoenen dekbed neemt.

Het beste gebruikt u voor uw baby’tje een wieg of ledikantje
Het is het veiligst als u uw kindje in een wieg of kinderledikantje legt. Plaats het ledikantje of wiegje zo naast het ouderlijk bed. Op deze manier zal u zelf het beste kunnen slapen en kunt u gemakkelijk toezicht houden. Ook gedurende de dag, gedurende middag slaapjes, is het aan te raden dat u toezicht houd. Uw kindje de eerste maanden bij u zelf in bed nemen kan ook echter niet als u alcohol (medicijnen of drugs) genuttigd heeft. Ook moet u er rekening mee houden als u uw kindje bij u zelf in bed neemt dat uw kindje het te warm kan krijgen door het dekbed, dat uw kindje tussen de twee matrassen bekneld kan raken en uit bed zou kunnen vallen.

Kindermatras - Kind los leggen

Leg uw kind los in bed
Het beste legt u uw kindje op de rug te slapen maar leg uw kindje niet vast. Als u een baby slaapzak gebruikt is de kans dat uw kindje op zijn of haar buik komt te liggen minimaal. Het vast leggen is niet aan te raden omdat dit niet prettig slaapt.

Zorg voor de juiste temperatuur
Kleed uw kindje niet te warm in bed. Let goed op de combinatie kamertemperatuur, beddengoed en kleding. U kunt checken of uw kindje het niet te warm of te koud heeft door aan de voetjes te voelen. Voelen de voetje aangenaam of koud of juist erg warm? Uw kindje heeft het warm genoeg als de voetjes of nek aangenaam aanvoelen. De slaapkamer temperatuur is het beste als deze rond de 16°  a 18° graden is. Omdat het hoofdje een groot deel van de temperatuur reguleert is het niet aan te raden uw kindje een mutsje op te doen in bed. Hierom is het dan ook van belang dat u te allen tijde het hoofdje vrij en onbedekt houdt . Mocht uw kindje ziek zijn en koorts hebben kleed het dan minder warm als gewoonlijk. Mocht uw kindje transpireren dan heeft u kindje het zeer waarschijnlijk te warm. Verlaag de slaapkamer temperatuur en kleed uw kindje dan minder warm.  

Ventileer de kinderslaapkamer goed.
Zorg voor genoeg frisse lucht in de slaapkamer. Houdt de kamerdeur open en ventileer de slaapkamer regelmatig door een raam open te zetten.

Zorg voor een veilig matras en ledikant
Voor het ledikantje en het matras is veiligheid ook van groot belang. De spijlafstand is het beste als deze tussen de 4,5 en 6,5 is. Let ook goed op bij de aanschaf van het kindermatras. Uw kindje vertoefd de eerste maanden wel 20 uur per etmaal in haar of zijn bedje. Het belang van een goed en veilig matras is dan ook groot. Een van de veiligste materialen voor een kindermatras is koudschuim. Let er op dat het matrasje certificeringen heeft zoals CertiPur (in Europa geproduceerd), LGA (op gifstoffen getest) zijn belangrijke veiligheid certificeringen. Kies een matras waarvan u het tijkje (het textiel) kunt wassen en gebruik liever geen zeiltje of ondoordringbare laag.

Rust en regelmaat niet verstoren
Een kindje heeft rust en regelmaat nodig. Dit betekend dat u uw kindje het liefst steeds rond de zelfde tijd naar bed brengt en er ook weer uit haalt. Zo zorgt u voor een goed slaapritme. Stel uw kindje zo min mogelijk bloot aan stress of vermoeienissen.

Geef borstvoeding
Uit onderzoek is gebleken dat borstvoeding het risico op wiegendood drastisch verlaagt. Gek genoeg werkt een fopspeen net zo goed. Gebruik echter alleen de fopspeen als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Als u flesvoeding geeft kunt u wel meteen een fopspeen geven.

Lees het artikel over de ouderschapstreds van de afgelopen 100 jaar